۟

En vertel (O Moehammad) in het Boek over lbrâhîm: hij was waarheidsgetrouw, een Profeet.
۟
(Gedenk) toen hij tot zijn vader zei: "O mijn vader, waarom aanbidt u iets dat niet hoort, niet ziet en u niets baat?
۟
O mijn vader, er is waarlijk kennis tot mij gekomen, die niet tot u kwam. Dus volg mij, dan leid ik u op het rechte Pad.
۟
O mijn vader, gehoorzaam de Satan niet: voorwaar, de Satan is opstandig tegen de Barmhartige.
۟
O mijn vader, ik ben bang dat een bestraffing van de Barmhartige u zig treffen, dan zal u een helper van de Satan worden."
۟
Hij zei: "Haatjij mijn poden. O (Ibrâhîm? Als jij niet ophoudt, zal ik jou zeker stenigen. Ga bij mij vandaan voor een lange tijd."
Notes placeholders